woensdag 18 mei 2011

De Dodenherdenking, de Holocaust en Israel

Er zijn mensen die van mening zijn dat de dodenherdenking ‘gekaapt’ wordt door de Joodse organisaties die zich er hard voor maken dat deze dag primair in het teken van de Holocaust staat. Alle andere slachtoffers van geweld worden kort aangehaald en verder gaat het uitsluitend over de 6 miljoen doden van de Holocaust. Die Joodse organisaties worden daarbij ook nog gesteund door Israel, dat met de ene hand geld geeft aan de herdenking van zijn doden en met de andere hand op hetzelfde moment nieuwe slachtoffers maakt onder de Palestijnen. Hoe treurig is deze verdachtmaking van de dodenherdenking.

Iedere dag worden de slachtoffers van oorlogsgeweld herdacht in de media. Nog nooit zijn wij zo bewust geweest van al het geweld in onze wereld, nog nooit hebben wij er zoveel aandacht aan besteed en nog nooit zijn we zo betrokken geweest als nu. Dat we op 4 mei stilstaan bij alle slachtoffers van oorlogsgeweld is voor mij logisch en vanzelf-sprekend. Ieder slachtoffer dat valt is er een teveel en dat is ook de essentie van de dodenherdenking.

Dat wij op deze dag met name de laatste extreme genocide in eigen land herdenken doet recht aan die essentie. Want juist de Holocaust laat zien en voelen dat wij dus ook in staat waren tot zulke gruwelijkheden, die zich vandaag de dag vooral in andere landen afspelen. Nederland heeft nog maar ruim 60 jaar geleden actief meegedaan aan het systematisch uitroeien van een volk, simpelweg vanwege hun afkomst, maar ook van andere minderheden zoals homoseksuelen, zigeuners en gehandicapten. Met andere woorden, de herdenking aan de Holocaust maakt dat het geen ver van ons bed show meer is, het komt dichtbij. We kunnen het koppelen aan onze eigen wereld, onze eigen realiteit. En wat maakt nou meer indruk dan dat? Een indruk die hard nodig is om herhaling, discriminatie en uitsluiting van welke bevolkingsgroep dan ook te voorkomen.

De geschetste relatie van de dodenherdenking met het gewelddadige karakter van Israel vandaag de dag kenmerkt zich door een subjectieve en vooral selectieve beschrijving van de werkelijkheid in het Midden-Oosten conflict die telkens weer opnieuw grote ergernis oproept. Deze subjectiviteit en selectiviteit treft men zowel aan bij bewegingen die pro-Israel zijn als pro-Palestijnen.

Waarom kan men niet gewoon naar álle feiten kijken in plaats van een gekleurd beeld van de werkelijkheid te schetsen om de eigen mening kracht bij te zetten? Neem Hebron, een stad met 120.000 Palestijnse inwoners op de Westelijke Jordaanoever, waar zo’n 450 Joodse kolonisten midden in het centrum zijn gaan wonen en beschermd worden door 1.200 militairen. Het is absoluut verkeerd dat die kolonisten de boel terroriseren én het is absoluut verkeerd dat in 1929 de er reeds duizenden jaren wonende Joodse gemeenschap tijdens het bloedbad van Hebron is vermoord of verdreven. Het is absoluut verkeerd dat de Palestijnen geen eigen staat hebben met echte rechten en kansen én het is absoluut verkeerd dat een groot deel van hen de Joodse staat nooit heeft erkend of wil erkennen. Het is absoluut verkeerd dat er een muur gebouwd is, deels op Palestijns grondgebied, zodat de Palestijnen aan een zijde zijn ingesloten én het is absoluut verkeerd dat er zoveel aanslagen worden gepleegd op Israëlisch grondgebied dat de Israëli een muur bouwen als enig redmiddel.

Hoe moeilijk is het voor mensen om te zien dat aan beide kanten absoluut verkeerde dingen gebeuren, dat we er niets mee opschieten om voor de ene kant te kiezen en tegen de andere, dat we op deze manier alleen maar zorgen voor verdeling en verwijdering met eindstation haat… en we hebben gisteren allemaal herdacht waar dat toe kan leiden.

dinsdag 12 april 2011

Thomas von der Dunk praat het afslachten van Joodse kinderen goed


Het medelijden van Thomas von der Dunk met de afgeslachte familie Fogel (beide ouders en 3 kinderen, waarvan een zuigeling van 3 maanden) is ‘sterk beperkt’, omdat vader en moeder Fogel een roversnest bewoonden. Hij bedoelt daarmee dat ze willens en wetens ervoor gekozen hebben hun huis te bouwen in een Israëlische nederzetting op de Westbank. De boodschap van Thomas aan de Joodse familie Fogel laat aan duidelijkheid niets te wensen over: niet zeiken als je wordt vermoord op plekken waar je illegaal en ongewenst verblijft. Een dergelijke uitspraak over Joodse mensen gaat al eeuwen terug...


Een baby, een kleuter en een jong kind afslachten is in alle tijden waanzin. En iemand die dit doet is waanzinnig gestoord. Waarom hebben mensen de neiging om zoiets goed te praten? Waarom kiezen mensen bij dit soort situaties voor de ene kant en zijn daardoor niet meer in staat met de andere kant mee te voelen? Daarvoor moeten zij hun hart verharden en hun gevoel uitsluiten. Als er Palestijnse kinderen worden gedood vind ik dit gruwelijk. Als er Israelische kinderen worden gedood vind ik dit gruwelijk. Ik hoef het een niet met het ander te vergelden, laat staan dat ik excuses probeer te vinden om het vermoorden van kinderen goed te praten.


Iemand zijn stukje land afpakken en daar je huis op bouwen is een misdaad die bestraft moet worden. Maar het gaat in dat geval om materie, men kan zijn huis elders weer opnieuw opbouwen. Het Joodse volk heeft eeuwenlang rondgezworven, is eeuwenlang weggejaagd, maar heeft altijd weer ergens anders een nieuwe start gemaakt, zich niet laten ontmoedigen. Mijn oma en overgrootmoeder hebben hun huis en inkomen en alles verloren in de tweede wereldoorlog. Maar gelukkig niet hun leven. En dat leven heeft hen juist hun bestaansrecht gegeven. Want door te blijven leven hebben ze kunnen vluchten en ergens anders een nieuw bestaan op kunnen bouwen. Door dat leven besta ik. Je leven is het enige dat je bestaansrecht kan blijven geven en dus het meest kostbare goed dat er is. Het afpakken van een mensenleven is dan ook de grootste misdaad die er bestaat, want je kan het nooit meer opbouwen, zoals een huis. Dat is pas echt iemand beroven van zijn bestaan en dat valt nooit en te nimmer te begrijpen.


Het conflict tussen De Israëliërs en de Palestijnen is vele malen ingewikkelder dan Thomas von der Dunk in zijn stukken beschrijft. Het geweld van de Palestijnen rechtvaardigen met de keuzes van de Israëlische politiek is veel te gemakzuchtig. Je komt simpelweg geen stap verder door slechts één partij verantwoordelijk te houden. Ik erger me mateloos aan dit soort gevoelloze en harde artikelen. Het helpt, excuse my French, geen ene reet om tot een oplossing te komen.




vrijdag 4 juni 2010

Het Beloofde land?

Ik zit nu ruim twee maanden in Tel Aviv, inmiddels samen met mijn vriend Tim. Dagelijks volg ik lessen Hebreeuws en proef ik van het leven in deze Israelische stad, want behalve vakantie vieren zijn we ook kritisch aan het kijken of we hier een tijd gaan wonen. En dan bevind ik me plotseling midden in de brandhaard van de wereld, door dat vreselijke incident met het scheepskonvooi, waarbij negen activisten op de Mavi Marmara door Israelische soldaten worden doodgeschoten. De eerste reacties uit het westen zijn heftig, men spiegelt het konvooi af als een onschuldig humanitair gebeuren en men veroordeelt de Israëlische commando’s als brute agressors, zonder aanvullende informatie die deze conclusie onderbouwt. Eens te meer blijkt hoe sensatiebelust en manipulatief de media zijn; journalisten schrijven wat ze willen schrijven en mensen horen wat ze willen horen. Gesteund door “Het zijn net mensen” van Joris Luyendijk ga ik op zoek naar meer informatie, die ook weldra voorhanden is, zoals filmpjes en foto’s over wapens en het molesteren van Israelische soldaten. Waardoor het duidelijk wordt dat de hulpoperatie in ieder geval ook opgezet was als een provocatie. Als ik deze informatie op facebook zet krijg ik vanuit Nederland allerlei vragen over eenzijdige en gekleurde berichtgeving en of de joden gezien hun eigen verleden niet beter zouden moeten weten.

Ik krijg niet de indruk dat Israel maar een kant van de zaak laat zien. Ik lees hier in alle media namelijk dezelfde soort berichten als in Nederland: kritische analyses, meerdere kanten van het gebeuren en inderdaad ook artikelen vanuit de Israelische kant bezien. Voor mij persoonlijk is het plaatje hier in ieder geval redelijk compleet. Er is ook in Tel Aviv nog op de dag van de confrontatie geprotesteerd tegen Israël, net zozeer als er geprotesteerd is tegen de Turkse ambassade. Veel mensen die ik ken zijn links, andere meer rechts, niet anders dan de diversiteit in Nederland. Voor zover ik het kan beoordelen is hier freedom of speech, iedereen heeft een duidelijke mening en spreekt die ook uit. Wat me verder opvalt is dat de meeste mensen goed op de hoogte zijn van alles en weten waar ze het over hebben. Daarbij vergeleken ben ik een amateur ;-) .

Natuurlijk is alle informatie gekleurd en subjectief. Maar ik vind het belangrijk dat alle kanten van dit gekleurde en subjectieve nieuws getoond worden, zodat je dan kan kijken of je er überhaupt een mening over kan vormen. En dat is nog niet zo makkelijk, want ik zie Israëlische politici en militairen enorme inschattingsfouten en blunders maken, met doden tot gevolg. Daarnaast zie ik een wereld, die aan de hand van gekleurde media extreem veroordelend en ongegeneerd kritisch is, voordat er goed onderzoek is gedaan en voordat men weet wat er zich heeft afgespeeld. Hier zittende, dicht bij het vuur, een klein westers landje omringd door islamitische dictaturen en tevens terroristische groeperingen, dat maakt een andere realiteit. Met name als je verhalen uit eerste en tweede hand hoort van mensen die in Gaza zijn geweest en daar hebben geholpen.

Of de joden beter zouden moeten weten gezien het verleden? Daar moet ik over nadenken. Ik weet niet of je het joodse volk en Israeli’s over een kam kan scheren. Dat gebeurt al veel te makkelijk, ook in dit hele conflict en dat leidt tot nare vergelijkingen, refererend aan de Shoah. Ik wil die link niet te vaak maken. Het is een ontzettend ingewikkeld verhaal, in een land vol beschadigde mensen, zowel Palestijnen als Israeli’s. Het raakt mij ook, en als je er midden in zit word je makkelijk meegesleept, maar dat betekent niet dat ik niet kritisch blijf en nog steeds van mening ben dat de focus moet liggen op bruggen bouwen in plaats van een kant kiezen. Een voorbeeld daarvan heb ik gezien toen ik hier net aankwam. Ik ben toen naar een ziekenhuis geweest in de buurt van Tel Aviv waar Save a Child’s Heart is gestationeerd. Een Israëlische hulporganisatie die naast kinderen uit Iran, Afrika, Roemenie, ook veel Palestijnse kinderen met hartproblemen opereert. Palestijnse artsen werken daar zij aan zij met Israelische artsen. Daar gaat het niet om het conflict, daar gaat het om samen krachten bundelen om de kinderen te redden. Ook dit soort dingen vindt in Israel plaats. Ik was erg onder de indruk van dit initiatief en werd daar gesterkt in mijn overtuiging dat er mensen zijn die een verschil kunnen maken en bruggen bouwen, ondanks al de narigheid.

Bij onze afweging om hier te gaan wonen en wellicht een handje te helpen bij het bruggen bouwen realiseren we ons dat ook dit de realiteit is hier, een realiteit van oorlog, niet voor te stellen als je in Nederland zit. Maar dat maakt ook dat mensen hier meer met de dag leven en van het moment proberen te genieten. Dat blijven wij ook doen in ieder geval en dus gaan we morgen een aantal dagen wild kamperen in de Negev……

zaterdag 3 april 2010

Kosjer

‘Dat is echt niet kosjer’. Hoe vaak hoor ik het mezelf wel niet zeggen. Nu ik aangekomen ben in het Beloofde Land krijgt dit woord ineens een hele andere betekenis. Sinds twee weken logeer ik bij twee meiden in huis op Gordon Street in Tel Aviv. Ik zit midden in het centrum op loopafstand van de zee, perfecte locatie als je je draai in deze stad moet vinden. En sinds twee weken leef ik dus ook met een kosjere keuken. Ok, interessant, als gast heb ik geen moeite met aanpassen of inburgeren, ik ben toch ook soort van op zoek naar mijn joodse ‘roots’, maar als ik dan kosjer ga eten, wil ik ook weten wat dit inhoudt, hoe het werkt en vooral waarom?


Wikipedia brengt enigszins uitkomst. In het jodendom bestaan spijswetten, die heten Kasjroet. Deze spijswetten bepalen wat joden wel of niet mogen eten. Kosjer eten voldoet aan deze spijswetten. En de basis voor de Kasjroet staat in de Thora. Een van de belangrijkste regels is dat vlees en melk in de keuken gescheiden moeten zijn. Dat betekent dat ik bij het eten van melkproducten in onze keuken hier alleen het ‘melk’servies mag gebruiken, wat ik tevens moet afwassen met het ‘melk’sponsje. En als ik een vleesje (geen varken) braad, mag dit alleen in een ‘vlees’pan, met ‘vlees’bestek, op een ‘vlees’bord. Ook dit moet afgewassen worden met een apart ‘vlees’sponsje. Kortom, goed opletten dus. Ik sta in het begin een beetje te klungelen in de keuken en bij iedere handeling die ik doe, denk ik na. Bewust eten kan je dit zeker noemen. En als ik het dan echt volgens het boekje wil doen, mag ik pas een aantal uur na het eten van een stuk vlees (varieert van één tot zes uur) weer melkproducten nuttigen. Dat is pas kosjer!


Maar dan blijft bij mij steeds de vraag, waarom moet dit? Vrienden die ik dit vraag, vertellen me dat dit voortkomt uit de Thora, waarin staat dat men het lammetje of geitje niet mag koken in de melk van zijn moeder. Ik geef toe, als je hier over na gaat denken, klinkt dat alles behalve kosjer.


Maar toch, is er geen logische reden voor, bijvoorbeeld dat melk en vlees samen ongezond zijn voor je spijsvertering? Een lekker chocolade toetje na een flinke biefstuk is natuurlijk ook een beetje te veel van het goede. Ik ga er vanuit dat Sonja Bakker dit niet goed zou keuren. Of misschien ligt in de kern van deze spijswetten wel een vegetarische gedachte, namelijk om er voor te zorgen dat joodse mensen niet vaak vlees eten of ze er in ieder geval bewust van te maken als ze het eten. Ook dat kan ik begrijpen. En deze beredenering is inderdaad online terug te vinden. Sommige vegetarische joden zeggen dat in de geschriften als de Thora de nadruk wordt gelegd op ‘de noodzaak om gezond te leven, te handelen uit medeleven voor andere wezens, te delen met andere mensen, de natuur te beschermen en vrede na te streven.’


Met deze achterliggende gedachten juich ik de kosjere keuken absoluut toe en kan ik met meer begrip kosjer blijven eten (in een kosjer huishouden)..mits het niet om sushi gaat.

zaterdag 27 maart 2010

Tel Aviv, Lenteheuvel

Na bijna een week in Israël, Tel Aviv te hebben gezeten, probeer ik mijn indrukken samen te vatten in deze blog. Dat is nog niet zo makkelijk, want ik heb het gevoel dat bij het beschrijven van mijn belevenissen er op hetzelfde moment al weer nieuwe indrukken op me af komen. Tel Aviv wordt ook wel "a city that never sleeps" genoemd en dat is voelbaar. Want na zeven dagen in deze metropool ben ik doodop. En niet omdat ik iedere nacht tot in de vroege ochtenduurtjes heb doorgehaald, maar simpelweg omdat ik enorm moet wennen.

Tel Aviv werd in 1909 gesticht, als eerste moderne Hebreeuwse stad. De stad is jong en bestond vorig jaar precies 100 jaar. Met 391.300 inwoners is het een stuk compacter dan onze hoofdstad Mokum (761.395 inwoners) en ruim 2x zo groot als mijn geboortestadje Nijmegen (163.112 inwoners). Maar deze jonge compacte stad heeft voor mij de allure van een metropool. Op iedere straathoek vind je cafeetjes, restaurants en bars. En overal zitten mensen die praten, eten, drinken, socialisen. Er bestaat geen saaie, rustige wijk in Tel Aviv, alles leeft en bruist, 24/7, 7 days a week. En dan heb ik het nog niet over alle kleine winkeltjes, van goedkope kleding tot design, of de enorme shoppingmalls, waar je als het te warm is (of te koud, maar dat maak je niet veel mee hier) een hele middag kan rondstruinen in de airco of een filmpje pakken. En de clubs, die we in Nederland niet kennen, maar mij doen denken aan clubs die ik alleen in films heb gezien. In de openlucht, pal aan het strand, met gekleurde lichten die op de branding schijnen en waar je danst met de zeewind in je haar. Of een studio 54/discotheek, met complete wanden van lichtgevende tegels die constant van kleur veranderen, een enorme bar in het midden en een dansvloer waar mensen ongegeneerd uit hun dak gaan.

En dan de finishing touch, als kers op de taart, de plek waar ik iedere dag happy van word, het strand. Een strand en zee naast je deur hebben heeft iets onwerkelijks. Ik hoef alleen maar de straat uit te lopen en ik hoor de branding al. Ik word dan als een klein kind zo enthousiast (terwijl ik net als alle citizens er zo 'normaal' mogelijk over probeer te doen en er rustig naar toe sjok). Op mijn eerste dag hier, ben ik in de namiddag naar het strand 'gesjokt' en toen ik daar aankwam (na 1 minuut) kreeg ik meteen het mooiste welkomstcadeau, de zonsondergang. Ik ben even stil blijven staan, heb het moment in me opgenomen en toen net voordat de zon onder ging, weer doorgelopen naar een volgende afspraak.

Dat voelt voor mij als Tel Aviv. Druk, levendig, sociaal en op z'n tijd even stil staan (maar niet te lang) en genieten van een zonsondergang.